De regen is al opgestaan.

Hij tikt tegen het raam, raam, raam.

Het raam, raam, raam.

Maar zolang jij niet wakker word,

Kijk ik naar hoe jij slaapt, slaapt, slaapt,

Hoe jij slaapt, slaapt, slaapt.

Je kruipt nog even dicht tegen me aan

En je kriebelt door mijn haren,

En fluistert iets wat ik niet kan verstaan

Maar ik hoor mijn naam

Voordat je weggaat 's morgens,

Schrijf je een briefje voor me.

Lief, jij en ik wij zijn voor altijd altijd.

Voordat ik weg ga 's morgens,

Zing ik jou lieve woorden.

Lief, jij en ik wij zijn voor altijd.

Ik denk aan hoe je lacht en praat.

Maar vooral aan hoe je loopt, loopt, loopt.

Ik droom, droom, droom.

En de hele dag word ik gepest door dat liedje in mijn hoofd, hoofd, hoofd.

Mijn hoofd hoofd hoofd.

En 's avonds laat voordat we slapen gaan,

Vertalen we ons liedje en maken we dat briefje ongedaan

Want de morgen komt eraan.

Voordat je weggaat 's morgens,

Schrijf je een briefje voor me.

Lief, jij en ik wij zijn voor altijd altijd.

Voordat ik weg ga 's morgens,

Zing ik jou lieve woorden.

Lief, jij en ik wij zijn voor altijd.

Jij en ik zijn voor altijd.