Ik liep vanochtend even langs mijn zuster,
Ik had mijn zus alweer een week niet meer gezien.
Toevallig had ze juist een nieuwe vriend gevonden,
Zo'n echte zes en 'n half op een schaal van een tot tien.
Hij deed alle moeite in de smaak te vallen,
Lachte om grappen en gaf haar vaak een zoen.
Maar als hij in haar hart had kunnen kijken,
Dan had hij gauw gezien dat hij zijn tijd zat te verdoen.
Ik wordt er niet zo vrolijk van,
Dat zo'n meid goed liegen kan.
Maar om mezelf, om mezelf kan ik wel lachen,
Elke keer wanneer ik je bedrieg.
Maar ook daarna wanneer ik met een stalen smoel,
Zonder te blozen de grootste leugens lieg.
Ik zat gisteravond naar het nieuws te kijken,
Ik had het nieuws alweer een volle week gemist.
En die minister liet onbetwistbaar blijken,
Dat hij helemaal getikt was of een slechte humorist.
Niets ging te ver zijn kiezers te behagen,
Trok gekke bekken en zijn eerlijkste gezicht.
Hoewel hij makkelijk een mens kon imiteren,
Leek het net een valse hond die goed was afgericht.
Ik wordt er niet zo vrolijk van,
Dat zo'n man goed liegen kan.
Maar om mezelf, om mezelf kan ik wel lachen,
Elke keer wanneer ik je bedrieg.
Maar ook daarna wanneer ik met een stalen smoel,
Zonder te blozen de grootste leugens lieg.
Ik zat in een cafe,
En ben de tijd vergeten.
Ik zag een oude schoolvriend,
Ben met hem wezen eten.
Ik heb nog wel gebeld,
Maar je was niet te bereiken.
Als jij een keer laat thuis komt,
Hoef ik ook niet zo te zeiken.
Ik wordt er niet zo vrolijk van,
Dat iedereen goed liegen kan.
Maar om mezelf, om mezelf kan ik wel lachen,
Elke keer wanneer ik je bedrieg.
Maar ook daarna wanneer ik met een stalen smoel,
Zonder te blozen de grootste leugens lieg.
Zonder te blozen.
(X6)
|
Henk Westbroek in Album Vrij Released in 1994 |